Groen is mijn dorp in het dal
Wit zijn die oude boerderijen
Blond en bruin zijn de meisjes op het bal
Rood zijn hun wangen als ze vrijen

Zwart is de pastoor want die heeft nog alles aan
Goud, goud, goud is de torenhaan

   Groen is mijn dorp in het dal
Wit zijn die oude boerderijen
Blond en bruin zijn de meisjes op het bal
Rood zijn hun wangen als ze vrijen

's Zondagsmiddags is het dorp zo dorps
Boven het café repeteert 't fanfarekorps
Witte kippen wippen over 't pleintje bij de kerk
Daar plukt de koster voor het lof wat rozen uit het perk

En elke zondag tussen twaalf en twee
Staat er een plukkie fietsen bij 't café

   Groen is mijn dorp in het dal
Wit zijn die oude boerderijen
Blond en bruin zijn de meisjes op het bal
Rood zijn hun wangen als ze vrijen    

Zwart is de pastoor want die heeft nog alles aan
Goud, goud, goud is de torenhaan

   Groen is mijn dorp in het dal
Wit zijn die oude boerderijen
Blond en bruin zijn de meisjes op het bal
Rood zijn hun wangen als ze vrijen

In het lieve zondagmiddaglicht
Doen de huisjes een voor een de blinden dicht
De boeren en boerinnen willen minnen ongestoord
De kinderen springen wel zo lang wat touwtje bij de poort

Want elke zondag tussen twee en vier
Dan geurt het dorp naar liefde en naar bier

   Groen is mijn dorp in het dal
Wit zijn die oude boerderijen
Blond en bruin zijn de meisjes op het bal
Rood zijn hun wangen als ze vrijen    

Zwart is de pastoor want die heeft nog alles aan
Goud, goud, goud is de torenhaan

   Groen is mijn dorp in het dal
Wit zijn die oude boerderijen
Blond en bruin zijn de meisjes op het bal
Rood zijn hun wangen als ze vrijen