De herderin

Ik trok laatstmaal op jacht
Al met een goed gedacht
En met een zoet fatsoen
Zo kwam ik in het groen
Wat vond ik daar op de grond
Die ik daar zitten vond
Het schone lief gezang
Dat in mijn oren klonk
Het was een schone herderinne 
zat in de weide op hare zijde
Haar spaarkas was verheugd van zinnen
Ze zong een liedeke al van de mei

Al waar ik stil bleef staan
En k'hoorde haar liedekes aan
Tot de liefde overwon
Die schone maagdebloem
Ik stak mij in het riet$
En k'dacht ze ziet mij niet
Tot wanneer ik hoorde hare groot verdriet
En ik begaf mij door stille wegen
t'Meisje verschrikte en werd verlegen
En k'dacht er als de liefde mij overwon
k'Ben toch de zoon van enen baron

Ik sprak ach liefste meid
Als gij zo droevig zijt
Hebt ge niet enen vriend
Die u oprecht bemint
Als gij hem geerne ziet
Lat u nooit in geen verdriet
Aan enen boerenzoon dat en geloof ik niet
Ja mocht ik u met hart en zinnen
Ja u beminnen schone herderinne
Er was geen meerder vreugd te vinden
Ja hier met mij en uw schaapjes in de wei

Jonkman als ik verkeer
Het is met genen heer
Al ben ik maar boerin
Daar staat nog zorgen in
Als wij samen gaan naar t'bal
Er is geen huis of stal
Een boer zal ik beminnen als ik trouwen zal
Ik ben veel liever een herderinne
De boerenstiele zal ik beminnen
De heer zijn maaltrats is nog veel te zacht
Met boerenpap ben ik opgebracht

Zeg jonkman voor het lest
Gaat en doet maar uw best
Maar stoor geen herderin
Die zit al op haar nest
In bossen of in veld
En heb geen achterdenken aan het jeugdig spel
Want zo een reis zou mij verdrieten
Tussen de schaapjes een haas te schieten
Ik had veel liever zo een reis gedaan
En zonder wild naar huis toe moeten gaan
              -------------------------------