De keizer aan den IJzer

Den antichrist in t'jaar veertien verrezen
En zijnen naam is keizer Willem twee
Hij dacht hier om de grenzen te passeren
Hij wilde maken zijn eigen stand
Hij vroeg aan belgie om er te passeren
Al om te nemen het schone Frankrijk
En om vandaar ook Engeland te nemen
Hij dacht : Op een twee drij is t'van mij
En zo gezeid , maar niet gedaan

Refrein
En keizer willem twee
Kwam met zijn ezels door Belgie getreden
Maar hij kwam daar op een plaats
Waar hij moest blijven staan
Want aan den IJzer was daar
Met zijn wateren te diep voor den Duitser
Ze kregen daar ne klop
Op hunne marmelade kop

Het IJzerwater kunnen zij niet drinken
Het is te sterk voor hun zwakke maag
Maar zijn soldaten drinken zijne leugens
Roepen : Ons vaderland moest grosser zijn
En Belgenland dat moet er ook bij wezen
Het Belgenland moet ook het onze zijn
Maar onze Belgen wisten dat wel beter
En riepen : Duitsland moet kapot
Vivat ons klein belgenland

Refrein

Zijne soldaten zijn ook vagebonden
Want zij zijn allen door den drank verslonden
Maar zij zijn kloek en sterk al om te lijden
En om te strijden voor de keizers gril
De kroonprins is naar den IJzer vertrokken
Met hele troepen van dat herrenvolk
Hij deelde mee al van de IJzerbrokken
Die onze Belgen zonden voor cadeau
Het is de schuld voor wie dat duldt

Refrein
        ---------------------------------