Kerstnacht op t'front

De kerstnacht is begonnen
Een nacht vol koele maan
Het bassen der kanonnen
Is van de lucht vergaan

Wij hebben t'roer geborgen
Den gordelriem omgord
Tot de ongewenste morgen
Ons weer ter wallen port

Ter dekking diep gedoken
In schemer t'aangezicht
Maar buiten de aarde ontloken
In wonder rijpend licht

Geen moord of vloek ontheiligt
t'Gelaat van dezen nacht
Ons leven rust beveiligd
Onder de sterrenwacht

Want ook ter andere zijde
Van waar ons dood besprong
Zal t'hart de boodschap beiden
Die voor de herderen zong

Hoe worden schroom bevangen
De mensenkinderen goed
De weemoed van verlangen
Vermildert ons gemoed

Hoe hebt ge uw kinderen vader
Verheerlijkt in hun smart
Hoe staan we uw vrede nader
En nader aan uw hart

Wordt ons uw zoon herboren
In deze onzaligen tijd ?
Ongeduldig luisteren de oren
Of daar geen kindje schreit

De onvreed'ge volkeren smachten
Weer recht zich kranke hoop
De kring van dagen en nachten
Omschreef zijn nieuwen loop

En lage sterren dwaalden
Beroerd door vreemde macht
Ach of nu t'kerstkind daalde
In de armoede onzer gracht

Daar is geen vuur te warmen
Verkleunde hoofd en voet
Maar in ons schuttende armen
Herbloeit het weiger bloed

Ons schouderen zullen dekken
De onmond'gen schoonen knaap
Een leger hem verstrekken
Ons mantels voor zijn slaap

De palm die t'werk verweerde
Zal zacht van zorge zijn
Bang dat ons hand hem leerde
De straal van de eerste pijn

Zoo dalen en zo rijzen
De hemel doel of de aard
Ons rustiger gepeizen
In veilig-vrome vaart

Ach , als ge uit arremoede
Tot heil verkoren zijt
En t'harte gaat bevroeden
Waar t'glanzende oog om schreit

Hoe lang zal t'wonder duren ?
Wij luisteren sprakeloos
En traagzaam wenden de uren
Ter nachtelijke roos

Dan komt , de sterren tegen
In dubblen toon en taal
Uit dubble gracht gerezen 
Het oude kerstverhaal
               -----------------------